Verhalen over de Tweede Wereldoorlog

Oorlogswandeling door de Westzijde

Ter gelegenheid van de viering van 75 jaar bevrijding maakte ik op verzoek van het 4 en 5 meicomité Zaanstad een wandelroute tussen de twee Zaandamse locaties waar op 5 mei de festiviteiten zouden plaatsvinden, de Dam en de Bullekerk. Het coronavirus gooide roet in het eten. Als schrale troost vindt u hieronder de wandeling langs de plekken waar in de Tweede Wereldoorlog opmerkelijk veel gebeurde, aangevuld met wat toepasselijke foto’s uit die tijd. 

Nicolaasstraat 7
Als gevolg van een afgedwaalde kogel viel tijdens de Februaristaking in Zaandam één dode, de 20-jarige Jan Keijzer uit Middelie. Deze werknemer van slagerij C. Kluft werd in de winkel aan de Nicolaasstraat op 26 februari 1941 neergeschoten door langsrijdende Duitse ordetroepen. Op dat moment stond de Dam vol met stakers, die in paniek uiteenstoven toen de Duitsers begonnen te schieten. Ze raakten onder meer het standbeeld van Czaar Peter en een aantal winkels op de Dam en Hogendijk.

Februaristaking op de Dam, 25-2-1941.

Dam 2
Een van de taken van de Zaandamse wethouder Openbare Werken Dirk Out was het coördineren van de Winterhulp Nederland. De opbrengst van de collectes voor deze nazistische hulporganisatie werd verzameld in zijn werkkamer op het adres Dam 2.

Dam 9
Het postkantoor werd in mei 1945 omgevormd tot Gewestelijk hoofdkwartier van de Binnenlandse Strijdkrachten. Eerder was het hoofdkwartier gevestigd in de pastorie van de St. Bonifatiuskerk (Oostzijde 12).

Leden van de Binnenlandse Strijdkrachten op het binnenplein van het postkantoor, blij dat er eindelijk weer brood is. Mei 1945.

Damplein 8
Elektronicahandel Waagmeester & Zn. was een distributiepunt voor illegale kranten als Trouw en De Luistervink. De bladen gingen er via koeriersters met duizenden tegelijk de deur in en uit.

Gedempte Gracht, hoek Westzijde
De 18-jarige onderduiker Joost A. Zeeman, die in de Burgemeester ter Laanstraat woonde, werd op 26 februari 1945 doodgeschoten door de Landwacht. De aanleiding daarvoor was dat hij, ondanks enkele sommaties om te blijven staan, probeerde te ontkomen aan een Ausweis-controle.
Enkele jaren eerder stierf op vrijwel dezelfde plek een jonge vrouw als gevolg van een afgedwaalde kogel uit een geallieerd vliegtuig dat de gashouders aan het eind van de Westzijde beschoot.

Westzijde 1
De boekhandel en bovenliggende woning van Willem Brinkman groeide in het voorjaar van 1943 uit tot het provinciaal hoofdkantoor van de Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers. Onder Brinkmans leiding vonden honderden onderduikers – joods en niet-joods – een veilige schuilplek. Zelf verborg het gereformeerde echtpaar Brinkman in hun woning een joods meisje.
Op 19 oktober 1943 kwam aan Brinkmans verzetswerk een eind, toen als gevolg van verraad hij en twaalf anderen tijdens een LO-vergadering in Hoorn werden gearresteerd. Willem Brinkman overleed op 20 februari 1945 in Duitse gevangenschap.

Willem Brinkman.

Westzijde 14
Op dit adres had Ortskommandant Wilhelm Wolniewicz vanaf eind 1941/begin 1942 zijn woning en kantoor. Eerder woonde hij op Oostzijde 60. In de volksmond werd het gebouw het ‘Deutschen Hause’ genoemd. Het fungeerde als ‘Stützpunkt’ van de NSDAP.
Op Dolle Dinsdag, 5 september 1944, ontvluchtte de Ortskommandant met zijn gezin in allerijl nummer 14. Met goedkeuring van burgemeester Vitters nam de clandestien opererende Noodorganisatie het gebouw over. Het Vrouwen-Hulpcomité administreerde en verdeelde er door de Noodorganisatie op al dan niet legale wijze ingezamelde voedselvoorraden. Ze kwamen ten goede aan de hongerende bevolking. NSB’ers en zwarthandelaren werden daarbij uitgesloten.

Westzijde 16
De broers Abraham en Joseph Presburg waren samen met zwager Haskel Swaab firmanten van de goedlopende schoenenzaak op dit adres. De winkel werd hen in de oorlog ontnomen, omdat ze joods waren. Ze overleefden de Holocaust en konden na de bevrijding weer de leiding van de zaak op zich nemen. In de naastgelegen bovenwoning, op nummer 18, leefde de eveneens joodse familie Snoek. Zij konden verderop in de Westzijde onderduiken en na de oorlog terugkeren naar hun oude adres.

In mei 1945 werd het door het NSB-echtpaar De Vries ingepikte huis van de familie Snoek ontruimd en konden de oorspronkelijke inwoners terugkeren.

Westzijde 22
Kort na de bezetting werden in hotel Reitsma Duitse militairen ingekwartierd. In de navolgende jaren verbleef onder meer NSB-burgemeester Cornelis van Ravenswaay er enige tijd, tot het moment dat hij de woning van zijn voorganger Joris in ’t Veld overnam. Het was tevens een vergaderplaats van de Nederlandsche Unie. Ook kwamen er af en toe verzetsstrijders bijeen.

 Westzijde 24
Vanaf het najaar van 1944 verbleef onder anderen de commandant van de Zaanse Binnenlandse Strijdkrachten ondergronds in de woning van notaris Gerrit van Holk. Soms week hij uit naar Wormerveer.

Westzijde 27
In het kantoor van de Nutsspaarbank werd in september 1944 de Districtsdelta van de Binnenlandse Strijdkrachten opgericht. Daarin namen leidende personen plaats van de Zaanse Ordedienst, Landelijke Organisatie voor hulp aan Onderduikers, Landelijke Knokploegen, Raad van Verzet en Nationaal Comité van Verzet.

Westzijde 32
Om te voorkomen dat zijn niet-joodse vrouw en dochter samen met hem uit Zaandam moesten vertrekken, vroeg Mozes Stad begin 1942 echtscheiding aan. Het gevolg was dat hij als ‘voljood’ een prooi werd voor de Duitsers. Hij verschool zich, samen met zijn ouders, in zijn eigen huis op de Westzijde. Twee jaar later arresteerde de Sicherheitsdienst hen daar. Mozes Stad stierf op 31 juli 1944 in Kamp Westerbork, zijn ouders zes weken eerder in Auschwitz.   

 Westzijde 37
De Zaanlandsche Courant, die op dit adres kantoor hield, bevatte naast actualiteiten ook gemeentelijke mededelingen en was dus vanaf 1940 afhankelijk van de nieuwe machthebbers. In september 1941 werd de te weinig volgzaam bevonden hoofdredacteur H.P. Stuurman ontslagen en vervangen door J. Weidema uit Aerdenhout. Vanaf dat moment publiceerde de krant meer nazipropaganda.

Het met nazistische posters volgeplakte pand van drukkerij Stuurman, mei 1944.

Westzijde 39
Vanuit het kantoor van de Kamer van Koophandel belden de medewerkers op 26 februari 1941 Zaanse bedrijven om door te geven dat er werd gestaakt. Toen die waren ingelicht, sloot de Kamer van Koophandel zelf ook de deuren, opdat het personeel kon meedoen aan de Februaristaking.
Op 21 juni 1944 schakelden Hannie Schaft en haar vriend Jan Bonekamp ter hoogte van dit adres de Zaandamse NSB-politiechef Willem Ragut uit. Hannies schot was niet onmiddellijk dodelijk, waardoor de van zijn fiets gevallen Ragut kon schieten op de naar hem toegekomen en vrijwel tegelijkertijd vurende Jan Bonekamp. Ragut stierf ter plekke, de zwaargewonde Bonekamp werd even later gearresteerd en overleed in een
Amsterdamse cel. Na de oorlog werd ter ere van Bonekamp en Schaft voor de Kamer van Koophandel een monument opgericht.
Op Westzijde 39 zetelde van mei tot begin augustus 1945 het Districts Militair Gezag. De Inspecteur Militair Gezag hield er spreekuur.

Westzijde 42
De woning van bankier Walraven van Hall diende aanvankelijk als vergaderplek voor de illegale Zeemanspot, een landelijke organisatie die in de oorlog gezinnen van buitengaats verblijvende Nederlandse zeevaarders financieel steunde. In de navolgende jaren werd het een ontmoetingsplek voor ondergrondse werkers van verschillende organisaties. Er lagen in Van Halls huis ook wapens, springstoffen, vanuit Engeland gestuurd geld voor het gezamenlijk verzet en illegale bladen opgeslagen.
Met Kerst 1944 was de inmiddels in Amsterdam ondergedoken en tot leider van de nationale illegaliteit uitgegroeide Van Hall voor het laatst in zijn woning, onder meer om met de top van het Zaanse verzet een plan te maken om de Arbeitseinsatz te dwarsbomen. Een maand later werd hij in de hoofdstad opgepakt en vervolgens, op 12 februari 1945, in Haarlem geëxecuteerd.

Walraven van Hall met zijn dochter Mary-Ann voor Westzijde 42, 1943.

Westzijde 53
Bij de Commissie voor Vrijlating kon men na de bevrijding verzoeken tot het loslaten van Zaanse collaboratieverdachten en vermeende zwarthandelaars indienen.
In hetzelfde pand bevond zich sinds 1945 de door het regionaal Militair Gezag ingestelde afdeling Rechtsherstel en Beheer. Het beheer betrof de vermogens en bezittingen van collaborateurs, alsmede het rechtsherstel van de joden en andere door de oorlog getroffen personen. De leiding van beide organisaties was in handen van C.W. Ubbink.

Westzijde 54a
Het joodse gezin Lewkowicz ontvluchtte in 1933 nazi-Duitsland en kwam in Zaandam terecht. Toen ze in januari 1942 naar Kamp Westerbork moesten, bood het even verderop wonende echtpaar Van Hall (zie Westzijde 42) aan om vader en moeder Lewkowicz naar Zwitserland te brengen en dochter Regina te laten onderduiken. Denkend dat de oorlog snel voorbij zou zijn, sloeg het gezin het aanbod af. Westerbork was het startpunt van een reis langs meerdere concentratiekampen, die ze ternauwernood overleefden. Na de bevrijding keerde de familie terug naar Zaandam.

Regina Lewkowicz in 1937.

Westzijde 74
De Binnenlandse Strijdkrachten hadden boven de bakkerij van Klaas de Vries een opslagplaats voor voedsel dat ten goede kwam aan de illegaliteit. In het voorjaar van 1945 werd hier wekelijks voor negenhonderd BS-leden een voedselpakket klaargemaakt.

Westzijde 75
De dominee van de Westzijderkerk, Jan Eikema, nam het tijdens zijn wekelijkse diensten openlijk op tegen de nazi’s en voor de joodse bevolking. Hij publiceerde in 1940 een van de eerste illegale Zaanse pamfletten – gericht tegen NSB’ers en andere ‘landverraders’ – en assisteerde overbuurman/radiohandelaar Jan Hendrik op den Velde bij het verzenden van codeberichten naar Groot-Brittannië.
Toen in 1942 de nazi’s de Nederlandse kerken ontdeden van hun klokken om ze in Duitsland te laten omsmelten tot kanonnen slaagde het verzet er op het laatste moment in om een uit 1810 daterende klok van de Westzijderkerk tot de bevrijding te laten onderduiken in het stovenhok van de kerk.

De ondergedoken en in mei 1945 weer tevoorschijn gehaalde klok van de Bullekerk.

Westzijde 77a
Op 21 juni 1944 verliet de Zaandamse politiechef Willem M. Ragut, een fanatieke nationaalsocialist, voor de laatste keer zijn bovenwoning aan de Westzijde 77a. Fietsend naar het even verder gelegen bureau van politie werd hij onder vuur genomen door de RVV-leden Jan Bonekamp en Hannie Schaft, met dodelijk gevolg (zie Westzijde 39).

Westzijde 80
Aan de binnenmuur van de doopsgezinde vermaning hangt een gedenkplaat voor Geertje Pel-Groot. Zij had in haar huis een joodse baby, Marion Swaab, maar werd verraden en op 20 februari 1945 in Ravensbrück vergast. Marion overleefde de oorlog. 

Marion Swaab met, op de achtergrond, haar pleegmoeder Geertje Pel.

Westzijde 92
Het Gemeentelijk Lyceum (later Zaanlands Lyceum) werd van 12 t/m 22 mei 1940 gevorderd door het Nederlandse leger en in de zomer van 1942 door de Weermacht. De Duitsers bleven er een vol jaar, waarna het gebouw weer werd vrijgegeven. De leerlingen kregen in de tussentijd op meerdere – uiteindelijk zelfs dertien – andere plekken in Zaandam les.
Per augustus 1942 werd de naam van de school op last van B&W het Hugo de Groot-Lyceum.

Gemeentelijk Lyceum-rector Jan Oosterhuis geeft in 1943 les op een alternatieve locatie, de eveneens aan de Westzijde gelegen recreatiezaal van Verkade.

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en dit wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand te houden.

ValutaBedrag





3 gedachten over “Oorlogswandeling door de Westzijde”

  1. Mijn vader was chef op het filiaal van Pressburg op Westzijde 16 (het was niet Westzijde 18 want dat was het nummer van het pand van de winkel van Jacques Snoek) tot aan hij zijn ontslag nam daar hij niet langer wilde werken onder het bestuur dat door de bezetter aangesteld was. Dat bestuur was onder het beleid van een Pool bij de naam Kugarski (spelling waarschijnlijk anders). Daarbuiten waren er toch praktisch geen schoenen meer te verkopen.
    Ik herinner dat wij (mijn broer en ik) soms speelde met Wimpie, het zoontje van Ortskommandant Wolniewicz. Als filiaal chef kreeg mijn vader en zijn gezin het gebruik van de woning boven de winkel van Pressburg wat totaan 1984 hun woonplaats bleef. De familie Snoek hadden een woning achter de winkel en erboven. Hun zoon Sjakie Snoek was een buurt vriendje van mijn broer en ik gedurende de oorlog totaan de familie moest onder duiken en na de oorlog.

    Beantwoorden

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.