Verhalen over de Tweede Wereldoorlog

Waar bleef de Zaanse synagoge-inventaris?

Nadat de Zaandamse joden begin 1942 waren verbannen naar Amsterdam en Westerbork werd de synagoge op de Gedempte Gracht door de nazi’s in gebruik genomen als paardenstal. Tot op heden is onduidelijk waar de inventaris terechtkwam. In het strafdossier van de Zaandamse politiechef Tonny Jansen wordt een tipje van de sluier opgelicht.

Na de Zaandamse jodendeportatie bleef er weinig over van het joodse gebedshuis in het centrum van Zaandam. Het werd in de navolgende jaren gedegradeerd tot stal en vervolgens vernield. Synagogebestuurder Jacob Drukker vertelde in 1965 wat er na de oorlog resteerde van de synagoge: “Er stonden nog vier muren, maar verder was alles kapot, totaal vernield. Er zat geen hout meer in of aan. Niet alleen de Duitsers hadden dat gedaan, ook de Zaandammers, allemaal van die goeie Zaandammers…”

Zes Torarollen

Zes Torarollen zouden gespaard zijn gebleven, maar onbekend is waar ze nu zijn. De hoofdopzichter van de afdeling Gemeentewerken, de heer Voet, had naar eigen zeggen zilveren voorwerpen onder de vloer van de sjoel verborgen. Na de oorlog waren die weg. Ook de overige goederen bleken spoorloos verdwenen, om nooit meer terug te keren. Het nog altijd vertrouwelijke strafdossier van politiecommandant Tonny Jansen, dat bij het Nationaal Archief in Den Haag ligt, onthult iets meer over de zwerftocht die een deel van de synagoge-inventaris maakte. Daarin zit onder meer een getuigeverslag van een collega van Jansen. Hij vertelde kort na de bevrijding: “In juli 1943 werd door Ragut, kapitein van politie te Zaandam, Luitenant Jansen, agent van politie Albers en chauffeur Van der Hoeven (misschien nog meer) de synagoge aan de Gedempte Gracht te Zaandam leeggehaald en naar het politiebureau te Zaandam gebracht o.a. een grote, antieke kast, lamp, ijzeren kist en andere voorwerpen, waaronder schilderijtjes en een leeuwenkop. De kast bleef voorlopig bij Ragut op de kamer, nadat Jansen met vlijt de versierselen (Davidsster) met een borstel eraf geslagen had. De lamp en de schilderijtjes werden in het kamertje van de typiste gehangen, op het politiebureau, de leeuwenkop bij Jansen en de kist, welke later bij de burgemeester kwam als wapenkist.”

Tonny Jansen in de rechtbank (1949).

Gestolen goederen

Op 22 mei 1945 verklaarde Tonny Jansen tegen rechercheur A. van Noort dat hij in zijn huis aan de Stationsstraat diverse gestolen goederen had. “Ik heb nog meer eigendommen van anderen in huis. De geldkist van de Joodse synagoge o.m., maar op alles wat niet van mij is heb ik een briefje geplakt met vermelding van eigenaar en datum, wanneer het bij mij gekomen is.” Aan die verklaring voegde Van Noort fijntjes toe: “Rapp. heeft deze briefjes gezien, het is opmerkelijk dat deze er zo nieuw uitzien.” Blijkbaar probeerde Jansen zijn huid te redden door op het laatste moment te doen alsof hij de gestolen artikelen zorgvuldig bewaarde, opdat ze na de oorlog terug konden naar de rechtmatige eigenaars.

Het vooroorlogse interieur van de synagoge (E.A. Drukker).

Jacob Drukker behoorde tot de weinige Zaans-joodse overlevenden. Deze voorzitter van de Nederlands-Israëlitische Gemeente in Zaandam moest zijn woonplaats op 17 januari 1942 verlaten en dook onder. In een naoorlogs verhoor vertelde hij: “Het was te voorzien, dat wij de synagoge met alles wat daarin aanwezig was, onverzorgd moesten achterlaten. Enkele kleine voorwerpen werden door mij nog in veiligheid gebracht. De sleutels van de synagoge moest ik bij de politie alhier inleveren, hetgeen dan ook door mij op de dag van mijn vertrek is gedaan.” Toen hij in mei 1945 terugkeerde naar Zaandam vertelde de Zaandamse opkoper Klaas van der Woude hem dat de antieke synagogekast, waarin de joodse wetsrollen werden bewaard, bij hem in de opslag stond. Tonny Jansen was op 1 september 1944 bij hem langsgeweest in zijn winkel op de Westzijde en had een ruil voorgesteld: de eikenhouten kast voor een metalen stellingrek en een trumeau, een steunpilaar. Van der Woude ging op het aanbod in. Toen hij enkele dagen later van een andere politeman vernam dat de kast uit de synagoge was geroofd, haalde hij hem uit de verkoop en borg hem elders op. Daar vond Drukker hem terug. Hoewel Van der Woude bereid was om het meubelstuk ter retourneren aan de Nederlands-Israëlistische Gemeente stond het in mei 1947 nog altijd in zijn opslag.

Na de oorlog kwam dus in in ieder geval iets van de synagogespullen boven water. Desondanks zijn ze nu nog steeds spoorloos. Wie weet er meer? Informatie is welkom via info@schaapschrijft.nl.

De synagoge in 1961.

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en dit wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand te houden.

ValutaBedrag





Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.