Verhalen over de Tweede Wereldoorlog

De Zaanse liquidaties: Adrianus Jacobus Andries van den Berg en Dirk Gerrit Hagoort

Tijdens de Tweede Wereldoorlog brachten Zaanse verzetsstrijders meer dan twintig collaborateurs, zwarthandelaren en andere gevaarlijk geachte personen om het leven. In mijn boek Korte metten. De Zaanse liquidaties (1940-1945) worden deze liquidaties uitgebreid beschreven. Ook de mislukte en verzonnen aanslagen alsmede de dilemma’s die deze beslissingen over leven en dood met zich meebrachten komen in Korte metten uitgebreid aan bod. Het 148 pagina’s tellende boek is verkrijgbaar via iedere boekhandel.
Hieronder het hoofdstuk over de eliminatie van Adrianus Jacobus Andries van den Berg (Monster, 30-10-1914/Zaandijk, 19-9-1944) en Dirk Gerrit Hagoort (Rotterdam, 16-11-1902/Zaandijk, 19-9-1944).

Onverwachte hoek

De waarschijnlijk merkwaardigste dodelijke aanslag op ‘foute’ Zaankanters kwam uit onverwachte hoek. De NSB-burgemeester en de politiecommissaris van Zaandam schreven de afrekening op hun conto, daarmee de illegaliteit de helpende hand toestekend. Vier dagen na de moord kon de buitenwacht via een regionale editie van Vrij Nederland vernemen wat er zich zou hebben afgespeeld tussen de daders en hun slachtoffers. Onder de triomfantelijke kop ‘De wolven verslinden elkaar’ berichtte het verzetsblad over een moordpartij tussen rivaliserende tegenstanders. ‘19 sept. ’44 speelde zich te Zaandijk een wildwest drama af, waarbij betrokken Vitters, z.g. burgemeester van Zaandam, en 4 Landwachters.’ Volgens Vrij Nederland hadden de vier NSB’ers zich een auto toegeëigend van de Gemeentelijke Luchtbeschermingsdienst, een handeling waarvan Hendrik Vitters niet was gediend.

Hendrik Vitters (links) en zijn echtgenote verkopen het NSB-blad ‘Volk en Vaderland’, 1942.

Onder de triomfantelijke kop ‘De wolven verslinden elkaar’ berichtte het verzetsblad over een moordpartij tussen rivaliserende tegenstanders.

Aanslag

Toen (inmiddels oud-)burgemeester Vitters hierover in januari 1947 werd ondervraagd – hij zat op dat moment gevangen in het Naardense bewaringskamp Fort Ronduit –, vertelde hij een iets gedetailleerder verhaal dan de Vrij Nederland-verslaggever. ‘Op 19 september 1944 hebben enkele NSB’ers een aanslag op mij willen plegen, daar ik zogenaamd Engels spion zou zijn. Deze personen waren wijlen A. v.d. Berg, wijlen Hagoort, Herman Moraal en J.P. [Jan Pieter] de Vries. Zowel van NSB- als van politiezijde was ik tevoren reeds gewaarschuwd. De vete was door diverse dingen ontstaan, onder andere door het vorderen van luxe wagens en het weghalen van sigaretten, onder andere door “mijnheer” Hagoort, en op 19 september zijn voornoemde mensen aan mijn woning geweest om mij te pakken.’

Voor of na hun bezoek aan Vitters (die zich volgens Vrij Nederland beschermde door een politiemacht te legeren in zijn woning aan de Botenmakersstraat 137) zou het viertal zich in het Zaandamse café De Oranjeboom hebben bezat. Daarna reden ze richting Zaandijk. Vitters: ‘Bij de oude Guisweg te Zaandijk kregen ze met de wagen een ongeluk, mede doordat zij onder de invloed van sterke drank waren.’ Vrij Nederland: ‘Resultaat: drie malen over de kop en 3 zwaargewonden.’

‘Bij de oude Guisweg te Zaandijk kregen ze met de wagen een ongeluk, mede doordat zij onder de invloed van sterke drank waren.’

Over de kop

Volgens Jan Pieter de Vries lag het iets genuanceerder. Tijdens een naoorlogs verhoor verklaarde hij alleen maar een dienstbevel te hebben opgevolgd. ‘Toen op Dolle Dinsdag alle hulp-Landwachters bevel hadden gekregen zich in Amsterdam in de Tulpkazerne te melden, zouden wij, dit wil zeggen Hagoort, Moraal, Van den Berg en ik, des middags daarheen gaan. Alvorens daar heen te gaan zouden wij in Wormerveer bij Renooij nog iets gaan eten en begaven ons daartoe met de auto op weg. Onderweg daarheen, bij Zaandijk, is de auto echter over de kop geslagen en werd ik in het Gemeenteziekenhuis te Zaandam opgenomen met een dubbele schedelbasisfractuur en een dijbeenbreuk. Tot begin maart 1945 ben ik toen ziek geweest.’

Politierapport over de aanslag op burgemeester Vitters.

De gealarmeerde politie informeerde na het ongeval Vitters. Die reed daarop met onder meer politiechef Tonny Jansen en een paar van diens ondergeschikten naar de Guisweg. Jansen speelde toen al geruime tijd een dubbelrol. Binnen het korps en tegenover de Sicherheitsdienst deed hij zich voor als een loyale en fanatieke nationaalsocialist, maar tegelijkertijd was hij in – in toenemende mate zelfs naarmate de Duitse nederlaag dichterbij kwam – de verzetsbeweging van dienst.

Woordenwisseling

Blijkbaar maakten de burgemeester en de politiechef tijdens de autorit afspraken over hetgeen ze in Zaandijk wilden doen, gezien Vitters’ uitlating tijdens het naoorlogse verhoor dat ‘ik de politie heb gezegd dat ik voor eventuele gevolgen de verantwoording op mij zou nemen’. Op de plaats van het ongeluk aangekomen zag hij Jan Pieter de Vries als resultaat van het auto-ongeluk bewusteloos op de grond liggen. Melkslijter Herman Gerard Moraal zat met de handen aan zijn hoofd in de omgekantelde wagen. Onderwijzer Dirk Hagoort en het hoofd van de Luchtbeschermingsdienst annex metselaar Van den Berg stonden op de weg. Vitters: ‘Ik ben op Hagoort toegelopen, waarna er met hem een woordenwisseling ontstond. Daarop heb ik uit zelfverdediging Hagoort neergeschoten. Van den Berg stond schuin achter mij, zodat ik hem niet kon zien. Van den Berg stond onder andere bij Tonny Jansen. Van den Berg droeg een revolver in de houder. Nadat ik Hagoort had neergeschoten, vernam ik achter mij nog een schot. Ik keerde mij om en zag Van den Berg op de grond liggen. Ik knielde naast hem neer en constateerde dat zijn revolver nog in zijn tas zat. Ik heb meteen aan Jansen gevraagd waarom hij hem had neergeschoten. Hij antwoordde mij dat Van den Berg mij in de rug wilde schieten. Van den Berg heeft mij, stervend, zijn excuses aangeboden, en gezegd: “Ik heb u niets kwaads willen doen.”’

Tonny Jansen in 1942 (Hannemahuis).

Van den Berg heeft mij, stervend, zijn excuses aangeboden, en gezegd: “Ik heb u niets kwaads willen doen.”

Melodramatisch

Het is een op onderdelen melodramatisch verhaal van iemand die zijn eigen onschuld bepleitte. Toen Jansen kort na de bevrijding de hem beoordelende rechtbank duidelijk wilde maken hoe waardevol hij was geweest voor de Zaanse illegaliteit schreef hij in een lang pleidooi onder meer: ‘Door mij NSB’er v.d. Berg, hoofd Lbd. en Landwachter, neergeschoten en ten gevolge hiervan overleden. Gemotiveerd: wilde ook schieten (doch dit was niet waar). Scène in elkaar gezet, opdat Vitters een haat kreeg tegen Hagoort, Landwachter, en hem daarna zou aanvallen. Opzet gelukt. Hagoort werd door Vitters doodgeschoten, daar Hagoort tegen mij gezegd zou hebben Vitters te willen vermoorden.’ Jansen had dus naar eigen zeggen enkele nazi’s tegen elkaar uitgespeeld.

‘Doodsverachting’

Vrij Nederland, dat angstvallig vermeed om de in september 1944 coöperatieve Jansen bij naam te noemen: ‘Nauwelijks ter plaatse schoot hij [Vitters] met “ware doodsverachting” de gewonde onderwijzer Hagoort door het onderlijf. ’s Nachts overleed hij. Plv. hoofd Luchtb. dienst v.d. Berg kreeg dodelijk schot in de hartstreek. Nummer drie, de Comm. Landwacht Zaandam [Jan Pieter de Vries], is aan zijn verwondingen bezweken. De bestuurder, zekere Moraal (!), werd door de S.D. gearresteerd. Opgeruimd staat netjes. Wie volgt!’

Vrij Nederland was niet helemaal juist geïnformeerd. De Vries overleefde het ongeluk. Een week na de bevrijding kon De Waarheid dan ook melden: ‘Onder de gevangenen waarvan de zware schuld onherroepelijk vaststaat behoren J.P. de Vries van de Texelstraat die commandant van de WA [Weerafdeling] en van de Landwacht was en later inspecteur van de Landwacht te Amsterdam. Deze persoon behoorde tot de woestelingen die indertijd het sensationele auto-ongeluk te Zaandijk hadden. Hij raakte daarbij toen zwaargewond.’ Op de overlijdensaktes van de Zaandammers Hagoort en Van den Berg werd overigens 22 september 1944 genoemd als sterfdag. Beiden lieten een echtgenote en twee minderjarige kinderen achter.

Provocateur

Jan Pieter de Vries zou nog een keer het vege lijf redden, al heeft hij dat waarschijnlijk nooit beseft. De tot commandant van de Zaanse Weerafdeling opgeklommen voormalige terreinopzichter van de Artillerie-Inrichtingen belandde in de winter van 1945 op een dodenlijstje van de Gewestelijke Sabotage Afdeling. In een briefje aan Jan Brasser verzocht Jan Jongh op 7 februari ‘met spoed opdracht om deze gevaarlijke provocateur uit de weg te ruimen’. ‘Enige maanden geleden is hij met een gebroken been in het ziekenhuis terechtgekomen na een schietpartij waarbij 2 SS-lieden gedood werden. Nu hij opgeknapt is gaat hij om de dag naar de SD in Amsterdam.’ De reden is onbekend, maar deze Zaandammer zou ondanks Jonghs dringende verzoek aan de kogel ontsnappen.

B) J.P. de Vries

Verzoek van Jan ‘Joop’ Jongh aan de Gewestelijke Sabotage Afdeling om ‘provocateur’ Jan Pieter de Vries te mogen liquideren. 

Dat De Vries en Moraal fanatieke nazi’s waren werd voor de buitenwereld duidelijk toen ze na de oorlog terechtstonden voor het Bijzonder Gerechtshof. NSB’er Jan Pieter de Vries had zich schuldig gemaakt aan huiszoekingen, onder meer bij een Koogs echtpaar dat een joods meisje in huis verborg. Herman Moraal schoot een maand na het ongeval in Zaandijk met een karabijn een gearresteerde, onbewapende theologiestudent door het hoofd, omdat die volgens hem een ‘te grote mond’ had. Beide Zaandammers werden veroordeeld tot lange gevangenisstraffen.

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en dit wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand te houden.

ValutaBedrag





Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.